Ik sukkel vooral met het berekenen van eerder eenvoudige limieten bijvoorbeeld:
Lim x+-¥ Ö[(x2+4) –x] Als ik dan werk met een toegevoege tweeterm bekom ik: Lim +-¥ Ö[( 4/ x2+4) +x] en als je dan +¥ invult bekom je 4/+¥ dat zou dan toch nul moeten zijn aangezien het dan extra klein wordt maar anderzijdes kan het ook of +¥/ -¥ ??
Kan iemand me hierbij helpen? Alvast bedankt...
Anne
3de graad ASO - woensdag 25 februari 2004
Antwoord
Als x naar oneindig gaat, dan gaat de vorm x2+4-x óók naar oneindig (denk maar aan de grafiek; een dalparabool). Maar hetzelfde geldt als x naar - oneindig gaat (alweer: dalparabool). In beide gevallen krijg je dus 2, gedeeld door een alsmaar groeiend getal. Eindresultaat derhalve: 0.
Staat de x overigens echt onder het wortelteken? De opgave wordt veel leuker wanneer de x er niet onder staat.