Ik heb een vraag over de stelling van Pythagoras. Het is bewezen, dat de zijden van elke primitieve Pythagorasdriehoek van de vorm 2qp, p2-q2 en p2+q2 zijn (pq). Nou moet ik bewijzen, dat p2-q2 en p2+q2 inderdaad aan de stelling van Pythagoras voldoen en ik moet weten, na gaande in dit verband, wat er met het woord primitieve bedoeld wordt. alle hulp is welkom!! alvast bedankt.
claudi
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 18 februari 2004
Antwoord
dag Claudia,
Om met het laatste te beginnen: met primitieve wordt in dit geval bedoeld, dat de zijden van de driehoek geen gemeenschappelijke deler meer hebben. Bijvoorbeeld: 3, 4, 5 is een primitief Pythagorees drietal maar 6, 8, 10 is niet primitief (wel Pythagorees) Dan het bewijs dat die drie formules een Pythagorees drietal vormen. Heb je al geprobeerd om de drie formules p2-q2 p2+q2 2pq in het kwadraat te nemen? Kijk eens wat er dan ontstaat. succes.