Wim doet mee aan een quiz. Hij moet 6 vierkeuzevragen beantwooden. Iedere deelnemer moet de antwoorden gokken. De kans per vierkeuzevraag is 0,25. Dit is duidelijk. Maar nu: bereken de kans op 4 goede antwoord. Het boek zegt: 15*(0,25)^4 *(0,75)^2=0,0330.
Ik begrijp niet waar die 15 nu voor staat( de rest kan ik wel voorstellen) Moet die 15 mogelijk 18 zijn?
mario
Iets anders - vrijdag 13 februari 2004
Antwoord
Het gaat hier over een binomiaalexperiment met als formule P(x) = nCx . px . (1-p)n-x waarbij
nCx = het aantal combinaties van x elementen uit n elementen n = aantal experimenten = 6 p = kans op succes = 0.25 x = aantal successen = 4