Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Goniometrie

Goeieavond iedereen,

Ik moet tegen morgen een oefening oplossen. Ik zit er al een uur op te zoeken maar vind hem niet... Kunnen jullie mij enventueel wat tips geven aub?

1 + cos (a+b) + cos a + cos b =
4 cos ((a+b)/2) * cos a/2 * cos b/2

Dankjewel

Myriam
3de graad ASO - woensdag 11 februari 2004

Antwoord

Dag Myriam,

(jouw opgave begon met -1, dat moet +1 zijn)

Een tactiek die bij dat soort gelijkheden meestal werkt, is alles te herleiden naar het kleinst voorkomende argument, en sommen uit te werken. In dit geval heb je cosinus staan van a, a/2, (a+b)/2...
Dus ik zou zeggen: breng alles terug tot a/2 en b/2.

Te bewijzen: rechterlid - linkerlid = 0

4 cos(a+b)/2 cosa/2 cosb/2 - 1 - cos(a+b) - cosa - cosb

Somformule om (a+b)/2 en (a+b) weg te krijgen:

= 4 cos2a/2 cos2b/2 - 4sina/2 cosa/2 sinb/2 cosb/2 - 1 - cosa cosb + sinasinb - cosa - cosb

Nu herken je in die tweede term duidelijk de dubbelehoekformule voor de sinus (tweemaal) zodat die term -sinasinb wordt en wegvalt.

We herleiden de resterende a en b tot a/2 en b/2:

... = 4 cos2a/2 cos2b/2 - 1 - (2cos2a/2 - 1)(2cos2b/2 - 1) - 2cos2a/2 + 1 - 2cos2b/2 + 1

= 0

Groeten,
Christophe.

Christophe
woensdag 11 februari 2004

©2001-2024 WisFaq