ik zou het volgende moeten bewijzen : sin2a + sin2b + sin2g = 2+2cosacosbcosg
graag een antwoord bedankt.
jos
3de graad ASO - zondag 8 februari 2004
Antwoord
dag Jos,
In het algemeen is de identiteit natuurlijk niet juist, maar ik neem aan dat gegeven is dat a, b en g hier hoeken van een driehoek voorstellen, en dus samen p zijn. Dus geldt: sing = sin(a+b) en ook: cosg = -cos(a+b) De eerste invullen in het linkerlid levert: sin2a + sin2b + (sina·cosb + cosa·sinb)2 De tweede invullen in het rechterlid levert: 2 - 2·cosa·cosb·(cosa·cosb - sina·sinb) Het uitwerken van het kwadraat en de haakjes, en vervangen van sin2 door 1 - cos2 levert dan een gelijkheid waarvan ik denk dat je dat verder zelf kunt aantonen. succes.