Ik zou graag antwoord krijgen op de volgende vraag: Toon aan dat de volgende propositie een tautologie is , zonder gebruik te maken van waarheidstabellen. Geef bij elke stap een verantwoordring. (Ø(QÞR)ÙØ)ØQÞ(RÚS)))Þ(ØRÞS0
Bedenk nu dat (ØQÚQ) een tautologie is. Dan is (RÚ(ØQÚQ)ÚR)ÚS dus ook een tautologie. De ontkenning daarvan, Ø((RÚ(ØQÚQ)ÚR)ÚS), is dus een contradictie. Deze contradictie is echter de premisse van een implicatie en derhalve is de implicatie een tautologie.