Hallo, ik vroeg me af of jullie me met de volgende vraag kunnen helpen want ik kom er echt niet uit.
Ik moet de methode van snellius en de methode van archimedes met elkaar vergelijken. en daarbij moet ik voor N tot 768 nemen.
mo
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 5 februari 2004
Antwoord
In het Zebraboekje van Epsilonuitgaven (deel 6: PI) staat de methode van Archimedes beschreven op bladzijde 10 en de methode van Snellius op bladzijde 12.
Methode van Archimedes: Begin met N=6: P6=3 en Q6=2Ö3. Bereken P2N en Q2N m.b.v. de formules: Q2N=2PNQN/(PN+QN),en P2N=Ö(PNQ2N) We krijgen dan: Q12=2*3*2Ö(3)/(3+2Ö(3))=3.215390309 (kun je zelf narekenen met je rekenmachine) P12=Ö(3*3.215390309)=3,105828541. Door dit proces te herhalen krijg je achtereenvolgens de P's en Q's met rangnummer 24,48,96,192,384 en 768. Lijkt me wel te doen met je rekenmachine of Excel?? (Vooral Excel lijkt me hier handig als je even het aantal decimalen op 10 of 14 zet!) De methode van Snellius gebruikt de P's en de Q's van de methode van Archimedes om een betere benadering van p te vinden: Voor elk rangnummer N kun je als nieuwe benadering QN vinden met de formule Rn=(2PN+QN)/3. In bovenstaand voorbeeld zou je krijgen: R6=(2*3+2Ö(3))/3=3.154700538 en R12=(2*3,105828541+3,215390309)=3,14234913
Ga op boven beschreven manier verder en vergelijk de resultaten met p=3,141592654