Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Kleuterbingo

Vorige week was ik met mijn zoontje op een kinderfeestje. Op een gegeven moment gingen ze daar bingo spelen. Dit was een speciaal soort kinderbingo met maar 10 balletjes (cijfers 1 t/m 10).
Dat was inderdaad veel makkelijker voor die kleintjes om te begrijpen. Iedereen kreeg een bingokaart met 3 verschillende cijfers. En ik als puzzelaar begon natuurlijk meteen de kans op winnen uit te rekenen.
Wat was nu de kans dat mijn zoon al na de 3e bal alle drie goed zou hebben ?

1 op ?

carla
Ouder - woensdag 4 februari 2004

Antwoord

dag Carla,

De kans dat het eerste nummer op de kaart van je zoontje staat, is gelijk aan 3/10
De kans dat het tweede nummer op het restant van de kaart staat, is gelijk aan 2/9
Immers: er zijn nog 9 ballen, en daarvan staan er nog 2 op de kaart.
De kans dat het derde nummer op het restant kaart staat, kun je dan zelf wel berekenen.
In totaal is de kans dus het product van deze drie kansen, dus ongeveer 8,33%
groet,

Anneke
woensdag 4 februari 2004

©2001-2024 WisFaq