Ik heb gemerkt dat er heel weinig te vinden is over euclides maar toch zou ik een beetje meer wille weten over deze bijzondere man ! ik heb ook gelzen dat hij één van de allergrootste figuren uit de geschiedenis van de wiskunde is , maar wie zijn dan die andere figuren ?!!
ik hoop dat jullie mij kunnen helpen ! dank u !
caroli
2de graad ASO - zondag 1 februari 2004
Antwoord
De transformatie T is opgebouwd uit twee transformaties A en B die achtereenvolgens worden uitgevoerd. A beeldt e2 af op e2-2e1=[-2 1], en e1 op e1=[1 0] Deze twee vectoren zijn juist de kolomvectoren van A, dus A heeft de transformatiematrix
B is de spiegeling in de lijn: x2=-x1. Bij deze spiegeling kun je met een schetsje makkelijk inzien dat het beeld van e1 -e2=[0 -1] is en het beeld van e2 -e1=[-1 0] is. B heeft dus als transformatiematrix:
Je kunt het eindantwoord nu vinden door B.A uit te rekenen. Het antwoord is
. Je kunt dit ook zo inzien
Het beeld van e1=[1 0] is onder A: [1 0]. Het beeld hiervan onder B is [0 -1]. Het beeld van e2=[0 1] is onder A: [-2 1]. Het beeld hiervan is onder B [-1 2] Hieruit volgt weer de matrix