Eric
Student universiteit - woensdag 28 januari 2004
Antwoord
Voor de gegeven functie geldt y = (x+2)2 waarbij x willekeurig mag zijn, maar y0 is. Geïnverteerd krijg je dan: x = (y+2)2 en hierbij y willekeurig en x0
Uit (y+2)2 = x volgen twee mogelijkheden, namelijk y+2 = Öx of y+2 = -Öx. Dit komt neer op y = -2+Öx resp. y = -2-Öx
Als je niet erg kritisch bent krijg je de inverse relaties door 'domweg' de x en de y te verwisselen. Meetkundig komt dit neer op een spiegeling in de lijn met vergelijking y = x. Teken de 3 figuren maar eens.