ik had 2 sommen die naar mijn mening hetzelfde leken te zijn de 1 had als ho p=0.15 h1 p0.15
significantie 5% n=50
dus om ho te verwerpen Xg n=50, p=0.15 0.05 Komt er bij mijn rekenmachine uit x=3.34 waar mijn uitwerkingen zeggen kriteike gebied g 3 wat ik als logisch beschouw??
volgende opgave Ho p=0.6 h1 p0.6
om ho te verwerpen Px, n=50 p=0.60.05
uitkomst: g 24.3 maar nu kritieke gebied o...23
watis nou juist??
Lonnek
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 18 januari 2004
Antwoord
1) n=50 en p=0,15 (tegen p0,15) Het kritieke gebied links is zodanig dat de kans dat je in dat kritiek gebied valt 0,05 is. Als je exact volgens de binomiale verdeling de kans uitrekent dat x3 is dan komt daar uit 0,0460. Bij x4 is die kans 0,1121 Dus het kritiek gebied bestaat uit de waarden {0,1,2,3} nb. het betreft hier een discrete kansvariabele, met andere woorden het aantal succesen is een telvariabele en altijd geheel. Vandaar ook die gehele getallen bij de berekening van het kritiek gebied. 2) n=50 en p=0,6 (tegen p0,60) Het kritieke gebied links is zodanig dat de kans dat je in dat kritiek gebied valt 0,05 is. Als je exact volgens de binomiale verdeling de kans uitrekent dat x24 is dan komt daar uit 0,0573. Te veel voor het kritieke gebied dus. Bij x23 is die kans 0,0314 Dus het kritiek gebied bestaat uit de waarden {0,.....23} Tot zover klopt wat in het boek staat in ieder geval. Deze exacte binomiale kansen heb ik berekend met het gratis programmaatje VisuStat, te vinden bij de onderstaande link. Wellicht kun je dit overigens ook met je grafische rekenmachine op een dergelijke manier oplossen. Waar het dan fout gaat bij jou ?? Aangezien je niet vertelt wat je precies gedaan hebt kan ik daar alleen maar naar gissen. Ik vermoed dat je een normale benadering hebt gebruikt en daarbij de continuiteitscorrectie niet of niet goed hebt toegepast.