Van de oplossingen van een 2e graads vergelijking terug naar hoeken
In een vraagstuk krijg ik : 50.tg(q)-19.6/cos2(q) ---Substitutie----- Hierbij vervang ik tg(q) door p en 1/cos2(q)door (1+p2) De vergelijking wordt dan (-19.6p2+50p-19.6) de wortels zijn dan - (+0.485)en (+2.07) Nu is mijn vraag : hoe kom ik terug van die wortels naar de hoeken , ik zou moeten vinden 25.9° en 64.2°
Met dank,
Michie
3de graad ASO - donderdag 15 januari 2004
Antwoord
Dus tan(q)=0.485 of tan(J)=2.07 Rekenmachine pakken en op graden zetten. Rammelen, klaar is Kees. Moet na de door jou uitgevoerde exercitie een peulenschil zijn, toch?