Ik ben student Bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg, maar heb hiervoor 2 jaar Natuurkunde gestudeerd. Ik moest laatst een tentamen Sociologie maken dat uit 2 onderdelen bestaat: 45 Multiple Choice vragen en 2 Open vragen. Voor de Open vragen kun je in totaal 2 punten krijgen en voor de MC-vragen maximaal 8. Nu staat er in de vakbeschrijving het volgende:
---------------------------- Van de goede antwoorden op de meerkeuzevragen (maximaal 45) worden 11 goede antwoorden afgetrokken. Dit wordt gedaan in verband met de gokkans. Iemand die volledig op de gok een meerkeuzetentamen maakt, zal immers een aantal goede antwoorden hebben. Als de vragen elk 4 antwoordmogelijkheden hebben (zoals dat bij het tentamen van de cursus het geval is) zal een gokker gemiddeld 25% van de antwoorden goed hebben. Aangezien het tentamen 45 meerkeuzevragen bevat, komt dit overeen met 11 antwoorden. Een en ander betekent dat je maximaal 34 'echt' goede antwoorden kunt hebben. Het aantal goede antwoorden gedeeld door 34 maal 8 geeft dan het cijfer voor de meerkeuzevragen. ---------------------------------------
Mij lijkt dit grote onzin. Als je puur gokt (zonder te leren) en aanneemt dat je een 6 omet halen voor een voldoende), betekent dit dat je 3/4e van de MC-vragen goed moet maken wat staat voor 34 vragen. De kans dat je bij het beantwoorden (de Stochast is binominaal verdeelt) dit aantal vragen goed hebt is zeer klein....
Klopt dit en hoe groot is deze kans. Heeft de docent gelijk?
Met vriendelijke groet,
Dimitri Gilissen
Dimitr
Student universiteit - woensdag 14 januari 2004
Antwoord
Je gaat uit van iemand die helemaal niets weet. Die zal voor het tentamen inderdaad, zoals jij zegt geen voldoende halen. En terecht !! Maar als iemand slechts van de 40% van de vragen wel weet..... Natuurlijk moet zo iemand zakken maar wat gebeurt er als je de correctie niet zou toepassen? Zonder correctie beantwoordt hij/zij 18 vragen goed en door het gokken komen er daar nog gemiddeld 7 goede bij. Conclusie 25 goed van de 45 levert eindcijfer 5,6 op. Zeg nou zelf, dat is toch niet de (je) bedoeling !! Met correctie wordt het rekensommetje 14/34 hetgeen een 4,1 oplevert. Dit geeft de kennis van de student dus veel beter weer. De beschreven regeling is volstrekt eerlijk en meet wat het moet meten. Daarnaast is het zelfs zo dat de regeling nog wat strenger had gemogen. Wanneer je aanneemt -en dat is niet al te gek- dat bij een meerkeuzevraag van de antwoorden er telkens eentje bij staat die zo onzinnig is dat je direct ziet dat dat antwoord gelijk afvalt, dan zou je in die gevallen nog meer mogen en kunnen aftrekken.
