kan mijn vergelijking maar niet opstellen zodanig dat mijn oplossing klopt. Geg: uit een vat wordt eerst 2/3 getapt daarna 2/3 van de rest en tenslotte 5/6 van wat overblijft. Nu zit er nog 5 liter in het vat. Hoeveel kon er oorspronkelijk in het vat?
opl: 150 liter.
ik ben begonnen met x = vat en dan x- 2/3x - 2/3(x-2/3) - 5/6 (x - 2/3(x-2/3))=5 maar als ik dat uitwerk klopt dat totaal niet Kan er mij iemand helpen alstublieft.
Groeten Annelies
anneli
2de graad ASO - zaterdag 10 januari 2004
Antwoord
in een vat zit x; er wordt 2/3 x uitgetapt, dus wat je overhoudt, y, is y=x-(2/3)x=(1/3)x hiervan wordt weer 2/3y uitgetapt dus wat je overhoudt is z=y-(2/3)y hier substitueer je y=1/3x: =(1/3)x-(2/3).(1/3)x=(3/9)x-(2/9)x=(1/9)x
"van wat overblijft, tap je 5/6 af, ofwel van wat overblijft hou je 1/6 over. ofwel 1/6.(1/9)x = (1/54)x