Ik weet niet of deze vraag wellicht eerder is uitgelegd, maar dat is een beetje moeilijk te zoeken in deze site. Het betreft de omkering van machten naar logaritmen.
Basisregel is: T = 2B = B = 2log(T) Maar als: T = 2B - 2B-2 = B = ?
Ik weet dat: T = 2B - (2B / 4) En dat dan: 4T = 4(2B) - 2B
Maar echt wijzer wordt ik er daarna niet van.. :-s
Clim
Student hbo - maandag 5 januari 2004
Antwoord
Nou, je bent anders al een héél eind gekomen hoor!
Nu de truc:
4T=4(2B)-2B Û 4T=2B(4-1) = 3.2B Û 4T/3=2B B=...
vanaf de stap T=2B-(2B/4) had je het ook zó aan kunnen pakken:
T=2B-(2B/4) Û T=2B.(1- 1/4) Û T=2B.3/4 Û 4T/3=2B B=...