De oplossing van de puzzel kan ook zijn 5-9-3-1-4-8-6-2-7. Als de redenering is zoals de puzzel bovenaan geinterpreteerd wordt, je hoeft niet noodzakelijk te beginnen met de 5 in het midden want 4 en 1 geven ook 5.
Lotje
3de graad ASO - vrijdag 2 januari 2004
Antwoord
De oplossing moet voldoen aan: 5-9-3-1-4-8-6-2-7 27 d.d. 9; klopt 62 d.d. 8; klopt niet 86 d.d. 7; klopt niet 48 d.d. 6; klopt 14 d.d. 5; klopt niet 31 d.d. 4; enz. 93 d.d. 3 59 d.d. 2 5 d.d. 1
Zoals je ziet klopt je oplossing niet volgens de interpretatie die in het antwoord is uitgelegd. Je hebt er een soort nieuwe som van gemaakt. Je hebt nu gekeken naar de som van de laatste twee cijfers. Een andere opgave maar ook erg leuk.