Er zijn twee rekenregels die hierbij van pas komen. De eerste luidt: delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde. Dus: delen door L/g2 is vermenigvuldigen met g2/L De tweede regel luidt: vermenigvuldigen buiten de wortel is vermenigvuldigen met het kwadraat onder de wortel. Dus: (g/L)√(L/g) = √((g2/L2)·(L/g)) = √(g/L) Als je dit moeilijk vindt, doe je er goed aan om veel te oefenen met breuken, eerst gewoon met getallen, en later met variabelen. succes.