Doos A bevat 6 onderdelen, waarvan er 4 defect zijn. Doos B bevat 13 onderdelen, waarvan er 3 defect zijn. Men neemt lukraak een onderdeel uit elke doos. Als 1 van de onderdelen defect is en het andere niet, wat is dan de kans dat het defecte onderdeel uit doos B komt?
Scara
3de graad ASO - woensdag 10 december 2003
Antwoord
P(defect|A) = 4/6 P(werkend|A) = 2/6
P(defect|B) = 3/13 P(werkend|B) = 10/13
P(A werkt, B defect) = 2/6.3/13 = 3/39 P(A werkt, B werkt) = 2/6.10/13 = 10/39 P(A defect, B defect) = 4/6.3/13 = 6/39 P(A defect, B werkt) = 4/6.10/13 = 20/39
Als je naar het gegeven kijkt blijven alleen de eerste en de laatste mogelijkheid open zodat de gevraagde kans gelijk is aan