jessie
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 7 december 2003
Antwoord
Als de vergelijking van een rechte lijn gegeven is in de vorm ax+by+c=0, dan noemt men de vector (a,b) een normaalvector van de lijn. De lengte hiervan bedraagt √(a2+b2).
Als je nu de gegeven vergelijking over de hele linie deelt door √(a2+b2), dan noemt men het resultaat wel de normaalvergelijking.
Als voorbeeld: neem de lijn -3x+4y+25=0. Het paar (a,b) is in dit geval het paar (-3,4). De lengte hiervan is √(-3)2+42=√25=5.
Deling door 5 geeft dan -3/5x+4/5y+5=0 en dit is dan de normaalvergelijking van de gegeven lijn.