Stel een vgl. op van een cirkel rakend aan A-X=2 en B-4X-3Y=6 en met middenpunt op de rechte C-X+Y=4
Nu had ik het volgende probleem bij deze vraag:
De cirkel moet raken aan de 2 gegeven rechte. Dus moeten van beide rechten een loodlijn vertrekken die elkaar snijden in het middenpunt. Maar ik snap niet goed hoe je het antwoord bekomt d.m.v. vergelijkingen.
Weet u hier raad op ?
thx anyway,
Kristof
Kristo
3de graad ASO - zondag 30 november 2003
Antwoord
Misschien zo:
middelpunt ligt op x+y=4, dus als de x-coordinaat van het middelpunt a is, dan is y=4-a Þ M(a,4-a)
Dan stel je de vgl. op van de lijn loodrecht op x=2 die gaat door M(a,4-a) deze lijn snij je met x=2 Þ snijpunt P.
Tevens stel je de vgl van de lijn loodrecht op y=(4/3)x-2, en lopend door M(a,4-a) Deze lijn snij je met y=(4/3)x-2, dit levert snijpunt Q.
De coordinaten P en Q zijn nu (net als M) beiden uitgedrukt in a.
Tot slot moet je a zodanig kiezen dat afstand PM=QM.