Ik heb een probleem met het oplossen van een vergelijking. Ik weet niet hoe ik het aan meot pakken. Ik heb een idee maar dan kom ik niet meer verder.
Er zijn 2 formules gegeven: f(x)=4/(x+3) y=x
Je moet de coordinaten van de snijpunten van de grafiek berekenen. De vergelijking die ik op moet lossen, is dus: 4/(x + 3)=x
Nou weet ik dat je de de x aan één kant moet zetten: x(x+3)=4
Nou weet ik toevallig dat de uitkomst (1,1) en (-4,-4) moet zijn, maar hoe ik daarom moet komen, daar heb ik geen idee van.
Hier loop ik vast, want ik weet niet hoe ik dit nu verder moet berekenen. Nou is mijn vraag of u mij misschien kunt uitleggen hoe ik zoiets aan moet pakken? Wat is de volgende stap en hoe bereken je zo'n vergelijking? De manier waarop je deze vergelijking moet oplossen, is dat bij al dit soort vergelijkbare vraagstukken zo?
Alvast bedankt
Groetjes, Birgit Nienhaus
Birgit
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 28 november 2003
Antwoord
Je hebt al 'bedacht' dat moet gelden:
Hoe nu verder? Er zijn verschillende methode te bedenken, maar het handigst is misschien kruislings vermenigvuldigen.
Hieronder zie je daar de uitwerking van:
Dus maak van de 'x' een breuk... vermenigvuldig blauw met blauw en rood met rood... je krijgt dan een tweedegraads vergelijking die je kan oplossen.