Ik vraag mij eigenlijk simpelweg af hoe je eÙ(4x-1) moet primitiveren met de kettingregel en hoe je 3/(2x-5) integreert.
Alvast Bedankt, Jop
Jop No
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 13 november 2003
Antwoord
1) Je zoekt een functie F(x) die als afgeleide f(x)=e4x-1 heeft. Noem deze functie even F(x)=a.e4x-1 Er geldt dan F'(x)=4.a.e4x-1 Dit moet gelijk zijn aan f(x). Dus a=1/4. Dus Fx)=1/4.e4x-1
2)f(x)=3/2x-5 is van de vorm iets/u. Een primitieve is dus van de vorm iets_anders.ln|u| Kies als "werkhypothese" F(x)=a.ln|2x-5| F'(x)=2.a/(2x-5) Nu moet 2a gelijk zijn aan 3. Dus a=3/2. Conclusie F(x)=3/2.ln|2x-5|