Bij dergelijke oefeningen komt het erop aan eerst de macht te verlagen. In dit geval ligt de volgende formule voor de hand: cos2x-sin2x=cos(2x) Û 2cos2x-1 = cos(2x) Û 1-2sin2x=cos(2x). Dus: cos2x=1/2(1+cos(2x)) En vervolgens kan je de optelformules (of de formules van Simpson) gebruiken.