Kunt u mij uitleggen hoe te komen tot deze vereenvoudiging.
Dank u Groet Dick.
de Voo
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 29 oktober 2003
Antwoord
Beste de Voogt,
Begin met het uitvermenigvuldigen (haakjes wegwerken) van het gegeven. Ik neem aan dat je dit nog kan, en dus zelf ook op: 4x3+9x2+6x+1 Kan komen.
Vervolgens moeten we dit dus eigenlijk ontbinden in factoren. Ofwel schrijven als (a+x)(b+x)(c+x). Er moet dan tevens gelden dat als: (a+x)(b+x)(c+x)=0 dan a+x, b+x of c+x nul is. Het is makkelijk in te zien dat -1 een oplossing is: 4·(-1)3+9·(-1)2+6·(-1)+1=0 Dus een van de drie termen moet wel x+1 zijn. Nu kunnen we 4x3+9x2+6x+1 delen door x + 1 Dat geeft: 4x2+5x+1 Ofwel: 4x3+9x2+6x+1 = (x+1)(4x2+5x+1) Nu zie je misschien wel dat ook bij 4x2+5x+1=0, -1 een oplossing is, dus opnieuw delen door x+1 geeft, 4x+1 En geldt er dus: 4x2+5x+1 = (x+1)(4x+1) Maar dus ook: 4x3+9x2+6x+1 = (x+1)(4x2+5x+1) = (x+1)(x+1)(4x+1) = (x+1)2(4x+1)
Hopelijk begrijp je het zo.
Een mede-beantwoorder merkte ook de volgende oplossing op: Misschien is het eenvoudiger te constateren dat beide termen van de gegeven som de factor (x+1)2 bevatten. Deze buiten haakjes brengen levert: (x+1)2(x+1+3x)=(x+1)2(4x+1).
Ligt waarschijnlijk inderdaad wat meer voor de hand :D