Als je een oppervlakte heb van driehoek A en die is groter dan driehoek B (ze zijn gelijkvormig) je weet de afmetingen hoe bereken je dan de oppervlakt van driehoek B?
Annie
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 1 oktober 2003
Antwoord
Als de zijden van driehoek B bijvoorbeeld drie keer zo klein zijn als die van driehoek A, dan is de oppervlakte van driehoek B niet 3 maar 32 = 9 keer zo klein als de oppervlakte van driehoek A. Dit geldt overigens voor elk tweetal gelijkvormige figuren en niet alleen bij driehoeken. Kortom: kwadrateer de vergrotingsfactor (of de verkleiningsfactor).