ik hoop dat jullie me hiermee even willen helpen. Het is kennelijk te lang geleden dat ik dit soort dingen kon oplossen...:(
Ik heb 2 vergelijkingen: V=a*t en D=1/2 a*t*t (inderdaad, de natuurkundige formules voor snelheid en afstand)
Nu weet ik dat V na t seconden = 20 (voorbeeld) en D na t seconden = 90 (voorbeeld).
De gegeven getallen weet ik nie tvan te voren.
Hoe kan ik de vergelijkingen zo herschrijven dat a en t eruitrollen? M.a.w. zoiets als:
a = ...... en t = .....
ik kom er niet uit. Alvast bedankt!
Marc
Marc B
Iets anders - maandag 15 september 2003
Antwoord
Hallo Marc,
Als je a en t moet berekenen dan moeten natuurlijk wel V en D gegeven zijn. Anders heb je twee vergelijkingen met 3 of 4 onbekenden.
In dit geval kun je in de vergelijking D = 0,5a*t*t (a*t) vervangen door V . Je krijgt dan D = 0,5*V*t. Omdat je D en V weet geeft dit een vergelijking met een onbekenden waarmee je t kunt berekenen. 90 = 0,5*20*t ® 10*t = 90 ® t = 9 Je weet nu t en daarmee kunnen we a berekenen. Voor V = a*t kunnen we nu schrijven 20 = 9*a ®a = 20/9