sorry, maar die knopjes voor symbolen werken niet... ik dacht dat je dit met partiële integratie moest oplossen, maar je bekomt altijd eenzelfde integraal, met een ander getalletje voor. kan je mij op weg zetten, aub ? bedankt !
Astrid
3de graad ASO - maandag 25 augustus 2003
Antwoord
We berekenen eerst de primitieve en vullen daarna de grenzen in:
òx·e2·xdx =1/2 òx·d(e2·x) door PI (òu dv = u·v-òv·du ) =1/2(x·e2·x-òe2·x·dx) =1/2(x·e2·x-1/2 e2·x)