Als ik een rechthoekige driehoek maak met hoeken a,b,c waarbij c de rechte hoek is en afstanden ac=5 , bc=5 en ab=7 zijn. als ik hoek a wil weten: sin a =bc/ab =5/7 =0.7142857
omzetten naar graden -- (rad./PI)*180=graden (0.7142857/3.141593)*180=40.9255°
Hoe komt het dat mijn uitkomst 40.9255° is terwijl ik er 100% zeker van ben dat mijn hoek exact 45° bedraagt?
Volgens mij doe ik iets verkeert.
Dank u voor de hulp
Groetjes,
Sven
P.S. Ik ben al lang niet meer met wiskunde bezig geweest, dus graag een duidelijke uitleg (dank u)
Sven
Iets anders - woensdag 23 juli 2003
Antwoord
Hallo Sven,
Als hoek C = 90° dan heb je een gelijkbenige rechthoekige driehoek en dan is hoek A inderdaad exact 45°. Het probleem is dat hoek C zo op het eerste gezicht 90° is maar dat in werkelijkheid niet is. Want dan moet volgens de stelling van Pythagoras gelden dat AB2 = AC2 + BC2. En dat is in deze driehoek niet zo. De driehoek is wel gelijkbenig, dus de hoogtelijn vanuit C gaat door het midden van AB. cosÐA = 3,5/7 = 0,7 ® Ð A = 45,572996..46° (rekenmachine cos-1(3.5/7) of een tabel gebruiken)