De definitie luidt: P(A gegeven B)=P(A en B)/P(B).
Uit alle voorbeelden blijkt telkens dat je eenvoudiger kunt zeggen: P(A gegeven B)= aantal (A en B)/aantal B, bv. je weet dat de dobbelsteen gevallen is op een even ogen-aantal, dus wat is dan P(2 gegeven even-ogen-aantal): {2}/{2,4,6}=1/3. Is daar formeel iets op tegen? Hoe is het historisch gegaan?
Rob Ko
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 18 juni 2003
Antwoord
"Kans" en "aantal" zijn enkel evenwaardig als alle mogelijkheden even waarschijnlijk zijn. Werken met kansen is zowiezo algemener dan werken met aantallen, want de precieze aantallen zijn niet altijd gekend.