Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 12374 

Re: Laplace vergelijking - Beginwaardeprobleem

Naar aanleiding van uw hint ben ik op het volgende gekomen, echter kom ik nog steeds niet bij het goede antwoord, kunt u nogmaals helpen?
Als ik substitueer z = y cos(x) en z’ = y (-sin(x)) + y’cos(x) in de volgende d.v. :

y’- y tan(x) = 2 sin(x)cos(x)

en het rechterlid vervang door sin(2x) dan krijg ik de volgende vergelijking (?):

-y sin(x) + y’ cos(x) – y tan(x)cos(x) = sin(2x)
y’ cos(x) – 2y sin(x) = sin(2x)

In Laplace notatie wordt dit (?):

cos(x) [ s L{y} – y(0) ] – sin(x) [ L{y} ] = sin(2x)

De transformatie wordt (?):

L{y} = Y(s) = [ sin(2x) + 5 cos(x) ] / [ s cos(x) – sin(x) ]

Uitgewerkt:

L{y} = Y(s) = [ 2 /(s^2 + 2^2) + 5 s / (s^2 + 1^2) ] / [ ( s^2 – 1) / (s^2 + 1^2)]

Dit levert op:

y(x) = sin(2x) * cosh^2(x) + sin(2x) * sinh(x) + 5 cosh(x)

Hoe kom ik vanuit hier naar de oplossing:
y(x) = -2/3 cos^2(x) + 17/(3 cos(x))
En waar ben ik de fout ingegaan?

Met vriendelijke groet,
Bram


Bram
Student universiteit - zondag 15 juni 2003

Antwoord

Het probleem zit hem in het feit, dat je niet zomaar de getransformeerde van een product kunt berekenen, door beide factoren apart te transformeren en de resultaten te vermenigvuldigen.
Dus die eerste stap in het transformeren is al fout.
Bovendien zie ik nergens waar je de z (van de substitutie) gelaten hebt.
Als je de oorspronkelijke vergelijking vermenigvuldigt met cos(x), dan krijg je:
y'·cos(x) - y·sin(x) = 2·sin(x)·cos2(x)
Het hele rechterlid kun je nu dus vervangen door z', zoals je al correct had uitgewerkt.
Dus:
z' = 2·sin(x)·cos2(x)
Het is nu dus alleen een kwestie geworden van integreren.
De integraal kun je bijvoorbeeld uitrekenen met een substitutie u = cos(x).
Oplossing:
z = -2/3·cos3(x) + C
dus y = z/cos(x) = -2/3·cos2(x) + C/cos(x)
Om de C te kunnen berekenen, vul je y(0) = 5 in, wat leidt tot C = 17/3.

Ik zie niet direct hoe je dit met Laplace zou moeten doen.
groet,

Anneke
maandag 16 juni 2003

©2001-2024 WisFaq