Lonnek
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 11 juni 2003
Antwoord
Omtrek = 21 = h + r + h + pr = 2h +r·(p+1). De eerste drie termen zijn afkomstig van de rechte zijden van de rechthoek, de laatste term is afkomstig van de omtrek van de halve cirkel. Dus 2h = 21 - r·(p+1) Dus h = (21 - r·(p+1))/2