Ik heb 10 keer na elkaar kruis bij het opgooien van een muntstuk. Dat is nog onwaarschijnlijker dan de reeks die ik hier heb (m, m, k, m, m, k, k, m, k, m)
De kans op 10 keer kruis is 0,510 als ik me niet vergis. Maar de kans op die 2e reeks is toch ook altijd 0,510?
Dit is echter niet het geval volgens mijn oefening... waarom niet...
joren
3de graad ASO - maandag 9 juni 2003
Antwoord
Inderdaad... De eerste uitspraak is foutief! Beide kansen zijn gelijk.