Ik kreeg op mijn vraag dat het antwoord al een keer was gegeven en dat ik bij dit antwoord moest kijken. Maar dit antwoord kom niet overeen met mijn vraag.
Ik snap hoe je het oog en oogpunt moet bepalen. mijn vraag was wanneer zie je het perspectieve vierkant als een vierkant met bijna 90% hoeken?
Dit heeft te maken met het oog en oogpunt, maar ik weet niet hoe het er mee te maken heeft
Alvast bedankt
Marsha
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 7 juni 2003
Antwoord
Tsja, dat is lastig, ik kan je oorspronkelijk vraag niet terugvinden. Ik neem aan dat je 90 graden hoeken bedoelt in plaats van procenten?
Probeer eens in het volgende plaatje hoe oogpunt en perspectief zich verhouden. Het gaat iets te ver om hier de hele constructie toe te lichten, daarvoor kan je beter het boekje 'Perspectief, hoe moet je dat zien?' van A. Verweij eens bekijken.
Je ziet op het grondvlak het vierkant getekend, het middenstuk moet je zien als de verticale afbeeldingsvlak (zoals een schilderij) en het bovenstuk geeft aan hoever het oog van de afbeelding is. Je kijkt a.h.w. schuin naar beneden naar het vierkant. (Als je de figuur overneemt op papier zou je dit op de horizon en de grondlijn kunnen vouwen om de juiste 3D voorstelling te krijgen)
Het oogpunt kan je bewegen en je kan het vierkant vergroten en draaien. In het midden zie je wat de gevolgen zijn voor de perspectief-tekening.