Ik zit met volgende probleem hoe verschrijf je deze ln-vorm na een integraal berekening kom ik uit:
(ln(4)^2) / 2 en de oplossing is dit:
2 ln^2 2 met de rekenmachine krijgt ik hetzelfde maar hoe verschrijf ik dit manueel??
Bernar
3de graad ASO - zaterdag 7 juni 2003
Antwoord
Een van de eigenschappen van alle logaritmen is: log(ak) = k·log(a) Dus ook voor ln geldt: ln(4) = ln(22) = 2·ln(2) Verder is ln^2(x) een verkorte schrijfwijze voor (ln(x))2
Jouw antwoord (ln(4)^2) / 2 is dus gelijk aan (2·ln(2))^2 / 2 = 4·(ln(2))2/2 = 2·(ln(2))2 = 2·ln2(2) groet,