Je wilt de lengte van de grafiek tussen P en Q weten. Eerst zou je dat kunnen benaderen, door Pythagoras toe te passen. PQ2 = (Dx)2 + (f(x + Dx) - f(x))2 Þ PQ = Ö[(Dx)2 + (f(x + Dx) - f(x))2] We kunnen (f(x+Dx)-f(x))2 herschrijven als [[f(x + Dx) - f(x) · Dx]/(Dx)]2 Dan staat er iets bekends namelijk [f(x + Dx) - f(x)]/(Dx) en dat is de afgeleide van f.
Dus er staat PQ = Ö[(Dx)2 + (f'(x)·Dx)2] PQ = Ö [(Dx)2 + (Dx)2·(f'(x))2] Zetten we (Dx)2 buiten haakjes, krijgen we PQ = Ö[(Dx)2·(1 + (f'(x))2)] Indien we (Dx)2 buiten het wortelteken zetten krijgen we PQ = Dx·Ö[1 + (f'(x))2].
Indien we nu het interval [x, x + Dx] in oneindig veel Dx'en verdelen, krijgen we de algemene formule zoals in vorige antwoord gegeven.