Sebast
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 29 mei 2003
Antwoord
Als je alleen naar de laatste coördinaat kijkt, dan heb je de vergelijking 4sin(u) = 2Ö2 ofwel sin(u) = 1/2Ö2 Binnen het gegeven interval voor de variabele u volgt hieruit u = 1/4p en dan is meteen ook cos(u) bekend want ook cos(1/4p) = 1/2Ö2. Je eerste vergelijking laat zich nu als volgt lezen: cos(t) = 1/2 waaruit volgt t = 1/3p of t = -1/3p De tweede vergelijking geeft sin(t) = 1/2Ö3 waaruit volgt t = 1/3p Combinatie met het vorige geeft t = 1/3p