Weet u hoe men deze vergelijkingen aan moet pakken ?
1) 3.sin2x = 2.cos2x
2)cos2x = 2.sinx -3.sin2x
Ik heb geprobeerd om sinx = p te stellen maar dat maakte het alleen maar lastiger.
Alvast bedankt.
Tim
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 29 mei 2003
Antwoord
1) beide leden zijn positief dus je mag de wortel trekken: √(3)·sin x =√(2)·cos x $\Rightarrow$ sinx/cosx=√(2/3) $\Rightarrow$ x=arctan(√(2/3))(+k$\pi$ want tangens is $\pi$-periodiek)
Maar omdat we in het begin de wortel genomen hebben is x=-arctan(√(2/3))(+k$\pi$ want tangens is $\pi$-periodiek) ook een oplossing.