De vraag "hoe vaak bezoekt u de bioscoop" heb ik inderdaad gesteld met een drietal vaste antwoorden, nl. 1-2 keer per jaar (28,5%), 3-4 per jaar (31,5%) en 4 per jaar( 40%). Uit deskresaerch heb ik vernomen dat er ook een groep bestaat die bekend staan als de 'heavy users', een groep van ongeveer 20% van het totaal die minimaal 1 keer per maand naar de bioscoop gaat. Moet ik rekening houden met dit gegeven? Mijn gegevens heb ik inderdaad verwerkt in SPSS. Maar... nu blijft mijn vraag hoe maak ik duidelijk dat mijn onderzoek representatief is (welke formule kan ik erbij gebruiken?)
Met vriendelijke groet,
Sandra Niezen
Sandra
Student hbo - dinsdag 20 mei 2003
Antwoord
Het soort vragen als hoe vaak bezoek je jaarlijks de bioscoop kun je het beste altijd als open vraag stellen en daarna pas in klassen indelen. Ook als mensen wellicht niet precies kunnen aangeven hoe vaak ze in een jaar naar de bioscoop gaan dan is dat absoluut geen probleem als ze dat aantal bij benadering invullen. Jij hebt de antwoorden in klassen ingedeeld. daarbij is de keuze om de klasse 4 niet verder te splitsen ook niet al te gelukkig.
Je metingen geven vervolgens de volgende verhoudingen weer: 1-2 keer per jaar (28,5%), 3-4 per jaar (31,5%) en 4 per jaar( 40%). Wanneer je op representativiteit zou willen toetsen dan moet je gegevens over het bioscoopbezoek hebben waarbij dezelfde klasseindeling als bij jou gebruikt wordt. De representativiteitscontrole zou dan gaan via een chikwadraat toets. Ik heb nog even naar gekeken of statisitieken met een overeenkomstige indeling beschikbaar zijn maar niets kunnen vinden.
Deze tabel zul je vast zelf ook gevonden hebben. Zoals je ziet komt de klasseindeling hier totaal niet overeen met wat jij gedaan hebt. Een representativiteitscontrole is dus onmogelijk. Daarnaast had je (hopelijk) al begrepen dat je respons hoogstwaarschijnlijk niet representatief is. Of dat de resultaten erg vertekent zou ik niet durven zeggen. Wellicht valt dat wel mee, maar dit blijft nu gissen.