Er was al een vraag over dat er één punt vaststaat van de drie en hoe je het kon berekenen. Het antwoord op die vraag begreep ik niet, ik heb het namelijk ook nodig voor mijn PO. De overgebleven twee andere punten hebben de mogelijkheid om te kiezen uit vijf plekken en vier?
sevda
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 16 mei 2003
Er zijn 6 plaatsen waar een punt kan staan. Per plaats zijn er dus 2 mogelijkheden (punt of geen punt). Totaal heb je dus 2·2·2·2·2·2=26 mogelijkheden. Bij deze berekening wordt niet gekeken naar of een bepaalde mogelijkheid ook echt iets betekent. De mogelijkheid met geeneen punt zit er bijvoorbeeld ook bij.
Als er 1 punt vast staat, dan zijn er nog 5 plaatsen over met (nog steeds) 2 mogelijkheden. Dan zijn er dus nog 25 mogelijkheden over. Dat werd volgens mij bedoeld.