Ik heb de volgende opgave : a3+ b4 = c5 met a3= b4
Je moet a, b en c vinden.. Ik heb één oplossing : a=28; b = 26; c = 25 Ik zou graag een bepaalde formule of bewijs hebben voor alle mogelijkheden.. Met vriendelijke groeten,
Jon
3de graad ASO - woensdag 7 mei 2003
Antwoord
We veronderstellen voor het gemak dat a,b en c positief zijn. Negatieve getallen gaan geen extra problemen brengen, denk ik.
Als a3=b4 dan komt er dat 2a3 = c5. Ontbind nu a en c in priemfactoren
a = p1x1 ... pnxn c = p1y1 ... pnyn
Dan is
2 p13x1 ... pn3xn = p15y1 ... pn5yn
2 moet duidelijk een van de priemfactoren zijn anders zou het linkse lid even zijn en het rechtse niet. Stel dus p1=2.
23x1+1 ... pn3xn = 25y1 ... pn5yn
We zoeken dus getallen xj en yj waarvoor
3x1 + 1 = 5y1 3xj = 5yj, j > 1
Modulorekening leert ons dan dat er getallen zj bestaan zodat
x1 = 5z1 + 3 xj = 5zj, j > 1
a is dus van de vorm 8m5, c is van de vorm 4m3, waarin m een willekeurig natuurlijk getal voorstelt.
Nu komt nog de vereiste dat er een natuurlijk getal b moet bestaan waarvoor b4=a3. Met andere woorden, 29m15 moet een vierdemacht zijn. Dan moet m zeker even zijn (m=2tr, r oneven), want 9 is geen veelvoud van 4.
a3 = 29+15tr15
r moet dan een vierdemacht zijn (van een oneven getal 2s+1, want r is zelf oneven) en t moet bij deling door 4 rest 1 geven, dus van de vorm 4v+1 zijn, om van 9+15t een viervoud te maken.