Ik ben een voorstel voor een longitudinaal intelligenntieonderzoek aan het samenstellen. Dit onderzoek hoeft niet te worden uitgevoerd maar wel dusdanig omschreven zijn dat het succesvol uitgevoerd zou kunnen worden. Onderzocht wordt een aantal gezinnen, waarbij het aantal kinderen en de geboortevolgorde van belang zijn. Enerzijds wordt onderzocht of het aantal kinderen binnen het gezin bijdraagt aan een lager IQ gemiddelde (van de kinderen binnen dat gezin) en anderzijds wordt onderzocht of het IQ een dalende lijn vertoont (van oud naar jong). De vragen die ik hierbij heb zijn: 1. Hoe groot moet de steekproef zijn en neem ik het gezin als uitgangspunt of de kinderen. Het gemiddelde gezin heeft in dit geval 2,5 kinderen. Kan ik daarvoor de formule n=z2/e2 toepassen. 2. Ik vernam van iemand dat je hiervoor het beste een power-analyse kunt uitvoeren. Ik kan daar wel info over vinden maar geen echte berekeningen.
Groeten,
Tony
Tony
Student universiteit - zaterdag 3 mei 2003
Antwoord
Je onderzoeksopzet is lastig. Ga je je complete gezinnen onderzoeken, of ga je willekeurige personen vragen ? Hele gezinnen dus als ik het zo lees. Houd er dan rekening mee dat er veel meer "eerste" kinderen in je onderzoek voorkomen dan "derde" of "vierde" kinderen. Dat kan een probleem opleveren dat je op voorhand niet (helemaal) in de hand hebt, namelijk dat je weinig "vierde kinderen hebt". Alle analyses die je volgens mij wil maken zijn geënt op gemiddelden, daar kom ik later op terug. Je moet dan ook kijken naar analyses die op gemiddelden worden uitgevoerd. Het onderzoek kan twee deelvragen bevatten: - Is het gemiddeld IQ in grote en kleine gezinnen gelijk ? - Is het gemiddeld IQ bij de opeenvolgende kinderen dalend (waarom zou dat overigens niet STIJGEND kunnen zijn ?) Bij de eerste vraag kijk je op gezinsniveau, bij de tweede vraag meer individueel niveau.
IQ is bij uitstek een variabele waarbij heel snel een normale verdeling mag worden aangenomen. De eerste vraag betreft (onafhankelijke) gezinnen. - Is het gemiddeld IQ in grote en kleine gezinnen gelijk ? Ik zou zeggen een variantieanalyse. De groepen worden daarbij bepaald door het aantal kinderen in het gezin. De tweede vraag betreft (eventueel afhankelijke)IQ's van kinderen binnen eenzelfde gezin: - Is het gemiddeld IQ bij de opeenvolgende kinderen dalend ? Vanwege dat afhankelijke zou je kunnen kiezen voor een verschiltoets voor gepaarde waarnemingen bij het eerste en het tweede kind (t-test pairs) vervolgens het tweede en het derde kind enzovoorts....... op een gegeven moment heb je zo weing "vijfde" kinderen, dat verder toetsen dan geen zin meer heeft. Tja, en dan die steekproefgrootte. Spijtig, maar daar is alleen op voorhand veel over te zeggen wanneer je hoofdzakelijk met fracties werkt en dat doe je dus niet. Dan leert de ervaring dat je met 100 "derde" kinderen daar vast nog goede uitspraken over kunt doen, met "50" zal het wellicht ook nog best lukken, maar een magische formule om helemaal vooraf te zeggen, zoveel moeten het er zijn, die is er niet.