Inderdaad is de formule willekeurig. In principe geeft het ook niks aan. Wat ik heb onderzocht is welke factoren van invloed zijn op de beslissing van een arts aangaande het maken van een vervolgafspraak. Bijvoorbeeld deze hypothese: hoe zieker de patiënt hoe eerder de arts de patiënt terug wil zien en des te meer inspanning er is voor de polikliniek. Uiteindelijk doel is om te gaan kijken naar de doelmatigheid van het verhaal.
Om vast te stellen welke invloed bepaalde factoren hebben had ik een formule nodig die de volgende dingen meeneemt:
-het type vervolg dat wordt afgesproken (met bijbehorende p(exit) en consultduur -het tijdstermijn waarover de afspraak wordt gemaakt.
De uitkomsten van I kan je dan vergelijken en vervolgens kan je terugkijken om te zien of bijvoorbeeld een lage I nu te maken had met in verhouding meer telefoontjes of langere tijdstermijnen.
Je veronderstelling dat de functie uit twee functies bestaat is niet correct. Wat ik eerder aangaf was dat het 'briefverhaal' een soort constante is. De briefduur is namelijk gesteld op 5 minuten en het brieftermijn op 7 dagen. Alleen de p(exit) kan daar variëren. In jouw voorbeeld: wanneer je direct een brief schrijft is de patiënt dus exit. (brieven worden namelijk alleen geschreven als de patiënt uit het poliklinische circuit verdwijnen naar bijvoorbeeld de huisarts). Deze 100% zekere exit van de patiënt levert dan een p(exit) op van 1. Daarnaast is bij een exit de consultduur natuurlijk 0. Ingevuld levert dat dan alleen: briefduur/brieftermijn x 1 op.
Wat ik dus wilde was bekijken hoe de inspanningswaarde varieert in de aan of afwezigheid van verschillende factoren. Het probleem was vooral het middelen van de uitkomstwaarden van de functie I, om die vervolgens te vergelijken.
Ik denk dat ik zeker wat heb aan jouw suggestie om te werken met meetkundige gemiddelden. Tenzij je naar aanleiding van deze reactie nog andere suggesties hebt.
Ik heb je erg dankbaar!
Robert-Jan
Robert
Student universiteit - zaterdag 3 mei 2003
Antwoord
Een paar opmerkingen tot slot.
Wat ik eerder aangaf was dat het 'briefverhaal' een soort constante is. De briefduur is namelijk gesteld op 5 minuten en het brieftermijn op 7 dagen.
Voor de briefduur was dat inderdaad duidelijk voor de brieftermijn veel minder. Maar als je dat inderdaad als constant hanteert is het probleem van het "ondersneeuwen" weg. Een goede zaak dus ! Mijn opmerkingen waren dan ook bedoeld om je nog eens kritisch naar je opzet te laten kijken. Nog steeds kun je vraagtekens zetten bij de weging tussen het consultdeel en het briefdeel, maar dat is uiteindelijk aan jou om te beslissen hoe je dat doet.
Kijk in ieder geval eens hoe dat met het meetkundig gemiddelde uitpakt (in feite kun je dat ook beschouwen als het gewone rekenkundige gemiddelde van de logaritmes van de scores, het effect hierbij is dat dit leidt tot afvlakking bij met name hogere waarden). Of het de meest geschikte methode in dit geval is durf ik niet te zeggen. Maar als je met wat feeling naar de getallen enerzijds kijkt en aan de andere kant naar de bijbehorende meetkundige gemiddelden dan heb je snel genoeg in de gaten of het een goede keus is of dat er toch nog ongewenste neveneffecten gaan optreden.
Voor zover discussie gesloten en succes toegewenst.
Ps. of SPSS de mogelijkheid heeft om meetkundige gemiddelden te bepalen zou ik zo niet durven zeggen. Wanneer dat overigens niet zo zou zijn dan kun je het volgende doen: Maak bij elke meetwaarde een (in een nieuwe variabele) de logaritme van die meetwaarde en bepaal dan het gewone rekenkundige gemiddelde van deze logaritmes. In feite komt dat op hetzelfde neer als het meetkundig gemiddelde (tenminste als je van dat rekenkundig gemiddelde dan uiteindelijk weer de e macht neemt).