De hoek waaronder twee rechten elkaar snijden in de ruimte
In functie van mijn eindwerk moet ik de hoek vinden waaronder 2 rechten in de ruimte elkaar snijden. Wat zeker geweten is, is dat ze elkaar snijden. Ze kunnen niet evenwijdig lopen. Gegeven zijn telkens 2 coördinaten van die rechten: nl. (x1,y1,z1);(x2,y2,z2) voor respectievelijk de 1e rechte en (x3,y3,z3) en (x4,y4,z4) voor respectievelijk de 2e rechte. Mijn vragen: 1) Wat is de vergelijking van een rechte doorheen 2 gekende coördinaten 2) hoe bereken ik de hoek waaronder deze 2 rechten (die elkaar zeker snijden) elkaar snijden.
Niek S
Student universiteit - zaterdag 19 april 2003
Antwoord
Hoi,
1) Beschouw de rechte A die door de punten p1(x1,y1,z1) en p2(x2,y2,z2) gaat (p1¹p2) Dan is (x2-x1;y2-y1;z2-z1) een stel richtingsgetallen van A De algemene parametervoorstelling met richtingsgetallen (a1;b1c1) van een rechte is: x= x1+ r·a1 y= y1+ r·b1 z= z1+ r·c1 Met de gevonden richtingsgetallen krijgen we volgende parametervoorstelling van A x= x1 + r(x2-x1) y= y1 + r(y2-y1) z= z1 + r(z2-z1) Of nog: een stelsel Cartesiaanse vergelijkingen van A is: (x-x1)/(x2-x1)=(y-y1)/(y2-y1)=(z-z1)/(z2-z1) met x1¹x2,y1¹y2,z1¹z2 Als je dus op deze manier de vergelijking van die 2 rechten opstelt en je stelt ze gelijk aan mekaar, dan vindt je het coordinaat waar ze snijden.
2)je hebt rechte A en B die dus de hoek ß vormen Dan geldt er: cos (ß) = [a1·a2 + b1·b2 + c1·c2]/Ö(a12+b12+c12)·Ö(a22+b22+c22) waarbij (a1;b1;c1) en (a2;b2;c2) een stel richtingsvectoren van respectievelijk rechte A en B zijn. Als niet alles duidelijk is, vraag gerust opnieuw