De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Algebraïsche waarde van a en b berekenenHallo, in de examenbundel van wiskunde B 2017-2018 bij vraag 22 staat: (3x+7)/(x+2)(x+3) = a/x+2 + b/x+3. De breuken rechts worden herschreven tot (a+b)x + (3a+2b)/(x+2)(x+3). Hieruit wordt afgeleid dat a+b=3 en 3a+2b=7. Mijn vraag is hoe zij daarbij komen? Persoonlijk zou ik de twee tellers aan elkaar gelijk stellen aangezien de noemers hetzelfde zijn, maar verder kwam ik niet. AntwoordDat heet breuksplitsen. Als je de breuken aan de rechter kant gelijknamig maakt en ze optelt dan zou je de breuk aan de linker kant moeten krijgen:
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|