|
|
\require{AMSmath}
Translaties
Een vraag over translaties, ABD en F lukte mijzelf al alleen bij deze opdrachten kom ik er niet echt uit:
Opgave 5 Gegeven zijn de functies f(x)=3x, g(x)=3x+2 en h(x)=3-x+2. C) Geef translaties of spiegelingen waarmee je de grafieken van g en h uit de grafiek van f kunt laten ontstaan. E) Laat zien dat de grafieken van g en h ook uit de grafiek van f kunnen ontstaan door gebruik te maken van vermenigvuldigingen.
G) Toon aan dat de grafiek van de functie k(x)=g(x)∙h(x) een rechte lijn is.
Bij C kom ik wat ik ook doe niet op de juiste formule uit. Bij E hetzelfde En bij G snap ik niet hoe je dat aan kan tonen? Moet je een grafiek tekenen van de functie?
Alvast heel erg bedankt!
Jos
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 29 augustus 2018
Antwoord
Hallo Jos,
Het verschil van g(x) ten opzichte van f(x) is dat x (in het functievoorschrift van f) vervangen is door (x+2) (in het voorschrift van g). Dit heeft als gevolg dat de grafiek van g(x) 2 maar links is geschoven t.o.v. de grafiek van f(x).
h(x) ontstaat uit f(x) in twee stappen: Eerst wordt x vervangen door x+2: 3x wordt 3x+2. Het effect is opnieuw dat de grafiek 2 naar links schuift. Vervolgens wordt x vervangen door -x: x+2 wordt -x+2. Het effect hiervan is spiegeling t.o.v. de y-as. De grafiek van h(x) ontstaat dus uit de grafiek van f(x) door eerst 2 naar links te schuiven en vervolgens te spiegelen t.o.v. de y-as. De volgorde is belangrijk: wanneer je eerst spiegelt en dan schuift, dan wordt de verschuiving niet meegespiegeld en kom je op een andere grafiek uit.
Dan vraag E: g(x)=3x+2 kan je herschrijven als g(x)=3x·32 g(x)=9·3x
Nu zie je dat g(x)=9·f(x). Alle punten van de grafiek van g(x) liggen dus 9 keer zo ver van de x-as af dan bij de grafiek van f(x). De grafiek van g(x) ontstaat dus uit de grafiek van f(x) door een vermenigvuldiging t.o.v. de x-as. Kan je op dezelfde manier h(x) herschrijven als: h(x)=9·3-x? Je ziet dat naast de eerder genoemde vermenigvuldiging nog een vermenigvuldiging heeft plaatsgevonden: x is vermenigvuldigd met -1. Het resultaat is weer een spiegeling t.o.v. de y-as.
Tot slot vraag G: Maak gebruik van dezelfde herleidingen als bij vraag E, bereken vervolgens g(x)·h(x) en vereenvoudig zo ver mogelijk. Je vindt: k(x)=81. De grafiek hiervan is een horizontale lijn.
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 29 augustus 2018
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|