De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Twee soorten microchips

Deze oefening snap ik niet.

Er zijn 2 soorten microchips; 1 soort van machine 1 en 1 soort van machine 2.
Machine 1 maakt 3 keer meer chips dan machine 2 (op dezelfde tijd).
C1 is van machine 1
C2 is van machine 2
K is kapot
Het zijn allemaal willekeurig gekozen microchips.
P(C1 en K) = 0,2 en P (C2 en K) = 0,1

Wat is de kans dat de defecte chip van machine 2 afkomstig is? Al je 1000 goede microchips hebt, hoeveel zijn er dan van machine 1?

Josje
2de graad ASO - zaterdag 31 januari 2015

Antwoord

Misschien helpt het om een kansboom te tekenen?



De vraag is dan wat die andere kansen zijn.



Dat geeft dan bij de tweede vraag als antwoord:

P(een goede chip komt van machine 1)=$\eqalign{\frac{0,55}{0,55+0,15}=\frac{11}{14}}$

Er zijn dan $\frac{11}{14}\cdot1000\approx786$ chips afkomstig van machine 1.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 31 januari 2015



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3