De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Massa en volume

hoe reken je 7,87·103 kg m-3 om naar g cm-3

wilt u het alstublieft in een tabel zetten.

in mijn uitwerkingen boek staat er dat je het eerst naar kubieke dm moet omrekenen (alleen 1 m3) en daarna pas naar kubieke cm, maar het staat erg onduidelijk in de tabel zonder tussenstapjes. en ze werken daar geloof ik met significante cijfers erg verwarrend want dan weet ik niet hoeveel nullen eraf/erbij zijn gekomen.

Wilt u alstublieft mij helpen! want we krijgen dit namelijk ook nu bij scheikunde..

yal
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 12 juni 2012

Antwoord

Hallo,

Het volgende rijtje moet je uit je hoofd kennen:

1 m = 10 dm = 100 cm (per stap komt er een nul bij).

Voor oppervlaktes (m2, dm2 enz) komen er per stap twee nullen bij, voor volumes (m3, dm3 enz) komen er per stap drie nullen bij. Dus:

1 m3 = 1000 dm3 = 1000000 cm3

Nu gaan we de eenheid omrekenen, stap voor stap. Wanneer je goed je boerenverstand gebruikt, hoef je maar weinig regeltjes te leren.

Bedenk dat: 7,87x103 kg/m3 betekent: wanneer je 1 m3 van dit materiaal hebt, dan is de massa hiervan 7,87x103 kg.

Eerst maar eens de m3 naar cm3. Een cm3 is veel kleiner dan 1 m3, in een cm3 zit dus ook minder massa (1000000 keer zo weinig, zagen we hierboven). Dus:

7,87x103 kg/m3 is (7,87x103)/1000000 = 7,87x10-3 kg/cm3.

Dan gaan we van kg naar g: 1 kg = 1000 g. De massa in gram (per cm3) is dus een 1000 keer zo grote waarde dan in kg (per cm3). Je moet de waarde dus vermenigvuldigen met 1000:

7,87x10-3 kg/cm3 is ook (7,87x10-3)x1000 = 7,87 g/cm3

Samengevat:
  • Zorg dat je het rijtje 'kilo-, hecto-, ..., deci-, centi-, milli-' uit je hoofd weet, zodat je weet met welke factor het getal verandert;
  • Gebruik je boerenverstand om te beredeneren of je moet delen of vermenigvuldigen: je kunt beredeneren of je een grotere of juist kleinere waarde moet krijgen.
Indien nodig, schrijf je je eindantwoord in een andere vorm wanneer je rekening moet houden met het aantal significante cijfers. Hier hebben zowel de gegeven waarde als het eindantwoord drie significante cijfers, dus omschrijven is hiet niet nodig.

Lukt het hiermee?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 12 juni 2012



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3