De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Vegelijkingen en ongelijkheden

Beste,

Ik heb die vraag al gesteld op WISFAQ en antwoord gekregen maar ik weet niet waarom maar ik kan geen reactie geven op de antwoord die ik gekregen had van iemand.

dus de vraag was

4) De grafiek van de tweedegraadsfunctie f gaat door (1,1) , ( 2,1) en (3,9) . Bepaal het voorschrift van f .

en antwoord was

) Ik zou zeggen, zoek de parabool die gaat door (1,0), (2,0) en (3,8), en verschuif die een omhoog. Als je de nulpunten hebt, dan is de uitdrukking veel eenvoudiger te vinden, namelijk...

PROBLEEM IS dat ik niet ect snap
:

wat bedoelt u hier met 1 naar omhoog schuiven ?

Is het hier niet zo

ax2+bx+c

(1,1) a+b+c = 1
(2,1) 4a+2b+c = 1
(3,9) 9a+3b+c = 9

Moet ik eerst de eerste 2 vgl met elkaar gelijk maken ?

en een waarde vinden voor a en dan die waarde invullen in 3 de vergelijking ?

Dank u wel

junaid
Student Hoger Onderwijs België - woensdag 14 oktober 2009

Antwoord

Je kunt met de drie vergelijkingen die je opschrijft uitstekend verder werker.
Trek de eerste twee van elkaar af. Je vindt 3a + b = 0
Trek de laatste twee van elkaar af. Je vindt 8a + b = 8
Combineer nu dit nieuwe tweetal met elkaar. Omdat in beide vergelijkingen b staat, is van elkaar aftrekken voldoende om b te elimineren. Je krijgt 5a = 8.
Nu de a bekend is, zijn b en c er ook.

MBL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 14 oktober 2009



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3