De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Algebraïsch oplossen

 Dit is een reactie op vraag 55085 
Hoi, Bedankt!
om nog op som 4 terug te komen:
f’(x) = 2x·e3x + x2·e3x
(2x+x2)·e3x
x(2+x)·e3x

zo bereken ik toch de afgeleide goed, met de productregel? Maar ik snap niet helemaal waarom er nog een X voor staat, want er zou X(aX+b)e3x uit moeten komen, maar dan heb je geen x na de a? (2)

dan som 3:
I(L)= integraal van a tot b p x2 dy
I(L)= integraal van 0 tot 4 p x2 dy
y = Öx , dus x2 = y2
I(L)= integraal van 0 tot 4 p y4 dy
en verder kom ik niet/ snap ik het niet?

som 1. Wat is nou precies de functie van de D/DX tekens ?
afgeleide:
1/(2·sin(x)·cos(x))
Is dit zo voldoende? Of moet er nog meer mee gebeuren, ivm die d/dx?

Groeten.

gerard
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 2 april 2008

Antwoord

4.
Je vergeet 4. Kettingregel denk ik...

q55096img1.gif

3.
Bij het wentelen om de y-as gaat het om de functie x=y2 waarbij y 'loopt' van 0 tot 2. De inhoud van dat omwentelingslichaam is dan gelijk aan:

q55096img2.gif

1.
Met y=f(x) dan is dy/dx een andere notatie voor de afgeleide f'(x). De afgeleide van f(x)=x/sin2(x) doe je met de 5. Quotiëntregel.

q55096img3.gif

...en dan verder uitwerken.

Ik zou er maar 's wat boeken bij pakken en wat hoofdstukken gaan maken.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 2 april 2008



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3