|
|
\require{AMSmath}
Drie onbekenden en drie vergelijkingen
Hoe bereken je uit het onderstaande a, b en c? Dit zijn 3 formules, en de getallen die er in voorkomen zijn meetwaardes, dus kunnen niet helemaal kloppen.
a = 27133 . b + 2940 . c a = 25205 . b + 2357 . c + 1447 a + 1669 = 28520 . b + 3415 . c
Met 2 onbekende wil het me nog wel lukken, maar dit gaat me echt te ver. Aangezien ze alle 3 a moeten worden, moeten de 3 formules naast elkaar gezet worden. Verder dan dat kom ik helaas niet.
René
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 6 februari 2008
Antwoord
Laten we ze voor het gemak van boven naar beneden nummeren als (1) (2) en (3)
Omdat (1) al mooi als a=... gegeven is, kun je die in (2) en (3) invullen, dus
(4) 27133b+2940c=25205b+2357c+1447 (5) 27133b+2940c+1669=28520b+3415c
(4) herschrijven geeft (6): 1928b+583c=1447 En (5) herschrijven geeft (7)1387b+475c=1669
Hieruit kun je (fouten voorbehouden!) nu dus b en c berekenen. En met vergelijking (1) kun je daarna a uitrekenen.
Ik moet er wel bij toevoegen dat wanneer je met meetuitkomsten werkt, dit eigenlijk niet de manier is waarop je a, b en c mag uitrekenen. Dat komt omdat je meetuitkomsten een onzekerheid bevatten. Als je daar meer over wilt weten, kun je eens zoeken op 'Lineaire Regressie' en 'Kleinste kwadraten methode'.
Bernhard
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 6 februari 2008
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|